Inclusief sporten voor Iedereen

Inclusief sporten voor Iedereen

Enkele weken geleden deelde NOC*NSF een bericht op de social media over inclusief sporten. De tekst was: “Ruim 700.000 Nederlanders voelen zich nog niet welkom in de sport. Jouw sportclub kan het verschil maken. Hoe? Doe de inclusiecheck en ontdek wat jij kan doen!“.

Als je klikt op de link in het bericht kom je terecht bij Wees Welkom in de Sport waar het mogelijk is om een inclusiecheck te doen over hoe inclusief de sportvereniging is. Een nobel initiatief. Maar toch ook een initiatief wat om meerdere redenen verdrietig maakt. Verdrietig omdat het nog nodig is om dit te doen, maar ook op de inclusiecheck was wel iets aan te merken. De vragen op de site zetten aan tot nadenken, “hoe inclusief is de vereniging eigenlijk?”, “Is het bestuur een afspiegeling van de leden?” ”Gaat de vereniging in gesprek met leden die afhaken omdat ze zich niet welkom voelen?”. Goede punten om over na te denken. Na het invullen van stellingen kun je de resultaten naar de club laten opsturen en je krijgt het advies: “Ga met de club in gesprek over de resultaten van de inclusiecheck.” Ik sprak iemand die de test had gedaan, en die zei eerlijk: “Waarom zou ik praten met een club waar ik niet welkom ben? Ik ben gewoon weggegaan en heb gezocht naar een plek waar men mij wel wil hebben.”

Niet alle verenigingen zijn bereid om mee te denken over toegankelijkheid en acceptatie.

Soms zijn er fysieke hindernissen die deelname bemoeilijken, maar ook heel vaak zijn het zaken als openstaan voor andere culturen, andere seksuele geaardheden of soms gewoon geld. In Apeldoorn wordt in het kader van het sportakkoord hier hard aan gewerkt maar er is nog een lange weg te gaan. Niet alle verenigingen zijn bereid om mee te denken over toegankelijkheid en acceptatie. Ook in 2022 krijgen mensen te horen: “Wij zijn denk ik niet de juiste vereniging voor U, wellicht dat u ergens anders beter op uw plek bent.”

“We moeten normaliseren dat een LHBTQIA+ persoon binnen de sport open moet kunnen zijn over wie ze zijn zonder angst voor negatieve effecten daarvan.”

Wat verhinderd bijvoorbeeld mensen met een andere seksuele geaardheid of genderidentiteit mee te doen met sport? Als men ‘gezond van Lijf en Leden’ is dan zouden er geen enkele beperkingen moeten zijn. Het bijzondere is dat de “beperkingen” van LHBTI personen niet zit in hun lijf maar wat anderen van hun lijf denken en vinden. En daarom kunnen LHBTI personen deze beletselen niet zelf opheffen. Toen een homo-man mij recent vertelde dat hij apart moet omkleden bij sport omdat hij niet tussen de andere mannen mocht omkleden, ben ik naar mijn scheurkalender gelopen om te kijken of het blaadje van 1922 er nog ophangt. Maar het is toch echt 2022. Het is van de gekke dat LHBTI personen zich als heteroseksuele personen moeten voordoen om ongestoord te kunnen sporten. Maar ook in 2022 is dat wereldwijd wel de situatie, een topvoetballer die uitkomt voor zijn geaardheid kan rekenen op een scheldkanonnade zowel in het stadion als daarbuiten. Een transgender vrouw die wil sporten bij een sportschool – die zegt er alleen voor vrouwen te zijn – wordt uitgesloten omdat men van mening is dat een transgendervrouw, zelfs al heeft zij haar transitie doorlopen, geen echte vrouw is en ‘het mannenlijf’ uit de vrouwenkleedkamer en sportschool geweerd moet worden. We moeten normaliseren dat een LHBTQIA+ persoon binnen de sport open moet kunnen zijn over wie ze zijn zonder angst voor negatieve effecten daarvan.

Het gaat echter verder dan alleen LHBTI personen. Met name (maar niet alleen) in professionele sporten (bv voetbal) is beledigen en discrimineren door publiek een groot probleem. Mensen met een andere huidskleur krijgen de meest ontoelaatbare zaken toegeschreeuwd, dus de aanname dat open LHBTQIA+’ers datzelfde kunnen verwachten is niet vergezocht. Dat maakt de drempel voor het er niet voor uit durven komen alleen maar hoger. In de kast blijven zitten lijkt je te beschermen tegen spreekkoren en dat is natuurlijk een verschrikkelijke situatie binnen de samenleving. In de kast blijven zitten kan als je Lesbisch of Homo bent, maar iemand van kleur, een intersekse of transgender persoon of iemand met een fysieke uitdaging hebben die keuze niet.

“Ze heeft wellicht een uitdaging met haar lijf maar niet met haar hoofd!”

Ook mensen met een lichamelijke of geestelijke uitdaging krijgen vaak te maken met het beeld van de ander over hun lichaam. Bij de aanmelding voor een sportschool kreeg een jonge vrouw met een mobiliteitsbeperking te horen: “Weet je wel zeker dat je niet beter mee kunt doen met ‘aangepast’ sporten?” Maar zij weet heel goed wat zij kan en niet kan en welke apparaten voor haar geschikt zijn en welke niet. Ze heeft wellicht een uitdaging met haar lijf maar niet met haar hoofd!

Het beletsel bij inclusief sporten zit voor veel mensen niet in hun lijf, niet in hun persoonlijkheid, maar heel veel in wat anderen van hun lijf vinden Daarom kunnen deze personen ook zelf niet hun beletsels wegnemen. En daar ligt juist een taak van de sportverenigingen.

De campagne van NOC*NSF gaat ook over andere doelgroepen dan mensen met een migratie achtergrond of LHBTI. Ook mensen met een lichamelijke uitdaging of obesitas worden benoemd. Iemand met een fysieke beperking kan zijn of haar lichaam niet veranderen. De kijk van de samenleving op die ander moet veranderd worden. Mensen met een fysieke beperking worden verwezen naar gehandicaptensport. Iemand met een heupprobleem en beenlengte verschil was niet welkom in een reguliere sportschool. De uitleg hierover was dat zij meer tijd en energie zou kosten. Eigenlijk wel gek, want betaal je niet gewoon? Het komt ook voor dat mensen met een psychische beperking bang zijn afgekeurd te worden wegens gedrag die ze kunnen laten zien tijdens sporten. Bijvoorbeeld tikjes. Of mensen met obesitas die nagestaard worden als ze komen sporten. Alsof het een wereld wonder is. Wat dit betreft is de samenleving echt nog niets gewend, terwijl alles wat hier beschreven wordt de normaalste zaak van de wereld hoort te zijn.

“Daarom is het lastig om sportdeelname voor niet gemiddelde personen makkelijker te maken, want je moet investeren in de ander.”

Aan het aantal studies over de het niet accepteren van ‘niet gemiddelde mensen’ binnen de sport is geen gebrek. Sportverenigingen kunnen subsidie krijgen bij gemeenten zelfs al sluiten ze passief of actief mensen uit. Voor LHBTI personen en migranten geldt: Er is niets mis met het lijf , maar wel hoe de ander daar naar kijkt en welk idee men er over heeft. Daarom is het lastig om sportdeelname voor niet gemiddelde personen makkelijker te maken, want je moet investeren in de ander. Dat kan alleen als de besturen van sportverenigingen hieraan mee (moeten) werken. Advies en presentaties zijn beschikbaar, maar hebben pas zin als er ook om gevraagd wordt. Wellicht moeten we in Apeldoorn het krijgen van subsidie door een sportvereniging koppelen aan de verplichting dat men actief een diversiteits- en inclusiviteisbeleid moet hebben.