Zijn Apeldoorners niets gewend?

Zijn Apeldoorners niets gewend?

Ik ben opgegroeid in Eerbeek maar mijn middelbare schooltijd speelde zich in Apeldoorn af. Ook mijn familie en vrienden wonen in Apeldoorn. Ik voel mij thuis in Apeldoorn waar ik ook mijn man heb ontmoet. Het ‘dorpje bij Apeldoorn’ heb ik verlaten en nu ben ik een ‘echte’ Apeldoornse.

Ik heb een fysieke beperking waar ik mijn leven lang mee te dealen heb. Door die beperking kan ik (zonder hulpmiddelen) maximaal zo’n 500 meter lopen zonder de rest van de dag plat te moeten liggen met pijnstillers. Rekening houden met bijna alles is soms een dagtaak. Dat zal mij echter niet weerhouden om hetgeen te doen wat ik graag wil. En dat doe ik op mijn eigen manier. Maar ik heb daardoor wel gemerkt dat het lijkt dat de mensen in Apeldoorn niet veel gewend zijn….ik zal drie situaties beschrijven waar ik tegen aan liep.

“Liever lui was dan moe?”

Omdat de dichtstbijzijnde supermarkt op 250 meter van mijn huis ligt, zou ik het liefst lopend willen gaan. Door mijn beperking gebruik ik een elektrische step: op die manier hoef ik de auto niet te gebruiken en is het dus ook nog eens milieubewust. Op een dag ging ik naar de supermarkt om boodschappen te doen. Ik pakte mijn step en reed naar de winkel. Boodschappen gedaan, ingepakt en reed weer naar huis. Een man, die wellicht weet dat ik 250 m verderop woon, vroeg of ik liever lui was dan moe. Waarop ik antwoordde met ‘nee meneer, ik ben slecht ter been’. ‘Oh, dan mag je op de step’. Uhhhh oké?

“Lastig hè, opnieuw te moeten leren fietsen”

Nog zo’n voorbeeld is dat we een fietstochtje hadden gemaakt. Want ja, je moet toch in beweging blijven om de spieren soepel te houden. En dat lukt mij prima op een driewieler. Het was mooi weer en dan kun je in Apeldoorn en omgeving heel mooi fietsen. We waren in onze straat waarbij een meneer zei: ‘lastig hè, opnieuw te moeten leren fietsen. Mijn vrouw moet dat ook’. ‘Eh nee meneer, dit moet ik al mijn hele leven lang’. ‘Oh, oh, succes ermee’. Uhhhh oké?

“Ik wacht even op mijn eten en daarna rijd ik weg”

Als kers op de taart ging ik na een uitgelopen vergadering eten afhalen. Er was weer eens geen plek in de drukke straat. De plek voor gehandicapten parkeerplaats was net voor mijn neus ingenomen. De vrouw in de auto bleef in de auto zitten. Ik ging er naast staan en deed mijn raam omlaag. De mevrouw ook. ‘Blijft u lang, zodat ik op uw plaats kan wachten?’ vroeg ik. ‘Ik wacht even op mijn eten en daarna rijd ik weg’ antwoorde ze. ‘Oké, heeft u een gehandicaptenkaart?’ was mijn wedervraag. Normaliter zou ik dat niet vragen. Maar van een knorrende maag word ik persoonlijk geen gezellig mens. Toen de vrouw zei dat ze geen gehandicaptenparkeerkaart had, heb ik eerst diep ademgehaald. Even de moed bij elkaar rapen. ‘Mevrouw wilt u dan, de – onder andere voor mij – bestemde parkeerplaats, weer vrij maken?’. ‘Ja, maar ik ben snel weg’ zei ze, alsof dat alles goed zou maken. Uhhhh oké? Ik had de confrontatie aan kunnen gaan, maar daar had ik niet zoveel zin in.

Deze derde situatie heeft mij écht aan het denken gezet. Zijn wij Apeldoorners écht niets gewend? Nooit in mijn leven heb ik dit meegemaakt in Eerbeek, in een dorp waar de mensen naar elkaar omzien. We kunnen het allerlei voorzieningen bedenken en “het systeem” zo toegankelijk mogelijk maken, maar de samenleving hoort daarin ook mee te veranderen!

Als ik op 16 maart gekozen word, dan wil ik Apeldoorn inclusiever maken. In de breedste zin van het woord. Kies daarom lijst 13, mij vind je op plek 7!

Groetjes,
Şazime
Kandidaat raadslid WijApeldoorn