Algemene beschouwingen

Algemene beschouwingen

Algemene beschouwingen WijApeldoorn inzake MPB 2023-2026 d.d. 3 november 2022:

Apeldoorn werd vele jaren lang gezien als de meest gemiddelde stad van Nederland. Zelf noemt Apeldoorn zich een comfortabele gezinsstad. WijApeldoorn vind beide omschrijvingen niet meer passend voor de toekomst. Gemiddelden zijn namelijk goed voor rekenmeesters en statistici. Daarnaast is op dit moment bijna 50% van onze inwoners 50+. En er zijn meer een- en twee persoonshuishoudens dan traditionele gezinnen.

Ieder mens is uniek en kent zijn of haar unieke uitdagingen. Vaak wordt hierbij gedacht aan de diverse minder vertegenwoordigde groepen, zoals mensen met een mobiliteitsuitdaging, mensen die kiezen om te wonen in een wagen, mensen met minder vaak voorkomende geaardheid, mensen uit andere landen of met andere kleur of minder gebruikelijk geloof.

Maar denk ook eens aan die verguisde witte man. Want die statistisch meerderheid is ook geen gemiddelde. Dat kan namelijk ook een alleenstaande vader zijn met vier thuiswonende kinderen, of een zoon die tevens mantelzorger is voor zijn moeder, of een kostwinner die als man te maken krijgt met huiselijk geweld. Als we alleen letten op de grote meerderheid verliezen wij de uniciteit van de mens uit beeld. WijApeldoorn vindt: iedereen is uniek en iedereen hoort erbij.

Het is logisch dat er bepaalde voorzieningen zijn voor mensen die onder het sociaal minimum zitten. Het is ook logisch dat mensen die twee of drie keer het minimum verdienen voor die voorzieningen niet in aanmerking komen. Maar daar zit een groep tussenin van wie de situatie niet in harde regels samen is te vatten. Mensen die geen beroep kunnen doen op een hardheidsclausule maar eerder behoefte hebben aan een zachtheidsregeling.

Computers kunnen heel goed omgaan met regels. Welke dingen worden toegewezen en welke dingen afgewezen. Als computers dingen gaan afwijzen of toewijzen dan noemt men dat algoritmen en in de afgelopen jaren hebben wij diverse voorbeelden gezien waarbij gold: “De computer zegt NEE”.

Daarom wordt er al geruime tijd gesproken over een algoritmen register, want inwoners hebben er recht op om te weten als over hun belangen besloten wordt door computers. Computers kunnen prima omgaan met harde regels maar soms zorgen computerregels ervoor dat mensen tussen wal en schip in kunnen vallen, of zoals dat tegenwoordig zou kunnen heten, tussen wet en regel.

Steeds meer grote steden hebben daarom een algoritmen register en ook in Apeldoorn spreken wij hier al vele jaren over. Geautomatiseerde gegevensverwerking speelt een belangrijke rol in ons leven en ook binnen de gemeente. Er wordt nogal wat in grote computerbestanden over ons allemaal bewaard. Daar worden sommige mensen best wel ongerust over. Daarom zie je bij grote gegevensverwerkende organisaties, zoals overheden, steeds meer data-ethiek functionarissen of commissies die hier wat meer toezicht op houden. Mensen worden ongerust als ze niet weten wat die gemeente allemaal met hun gegevens doet. En ze worden ook ongerust als er allemaal vreemde kastjes in het straatbeeld verschijnen. Gelukkig is daar ook al iets over bedacht, nl. het sensoren register. Ook op dat gebied neemt Apeldoorn het voortouw en zit in diverse commissies hierover. Helaas is het nog niet hier toegepast. Omdat onze inwoners recht hebben op de openheid, zoals de Wet Open Overheid hun beloofd, moeten wij hier meer aan doen. Uitspreken dat je binnen 5 jaar volledig aan deze wet te gaat houden is naar onze mening geen ambitie. Je zelf ook houden aan regels net zoals wij anderen regels opleggen, is een morele verplichting, ook naar onze inwoners. WijApeldoorn, maar ook andere partijen, hebben op dit gebied dan ook moties voorgesteld.

Het lijkt alsof er veel geld te verdelen is. Wij zien ook mooie plannen van het college en ook de raadsfracties hebben veel mooie plannen bedacht om alle geld te kunnen verdelen aan de dingen die wij interessant vinden. Maar na 7 goede jaren volgen soms ook 7 mindere heb ik ooit wel eens gehoord. En het is zeker te verwachten dat vanaf 2025 de gemeentelijke financieren wat minder ruim zijn. Daar mogen wij denk ik ook wel even bij stilstaan. Investeren in dingen die alleen voor het komende jaar een rol spelen vinden wij minder interessant dan investeringen waar wij de komende 5, 10 of 15 jaar iets mee kunnen. Denk hierbij aan vitaliteit, omgang met de natuur, maar ook grote mobiliteitsvraagstukken.
Bij mobiliteit denken wij aan oplossingen die bij de kern van het probleem liggen en niet aan het verplaatsen van problemen, bijvoorbeeld rondom parkeren, Parkeerproblemen fictief oplossen door ze te verplaatsen naar een andere plek door ideologisch prachtige transferia in het leven te roepen waar in de praktijk niemand op zit te wachten.

Beter bereikbaarheid van de dorpen met minder verkeer door de dorpen. Daar zit men op te wachten. Niet alleen in Uddel en Loenen maar in al het landelijk gebied. Voorzieningen voldoen soms voor de situatie van nu, maar niet die van de toekomst. Een brandweer in het midden van de stad was wellicht ooit een goed idee, maar onze stad is gegroeid en krijgt nieuwe wijken. We moeten kijken naar de bevolking van morgen. Zo ook bij vitaliteit. Het huidige sport en vitaal aanbod is prima geschikt voor de bevolking van nu, maar de sportverenigingen en ook organisaties als Acress redden het net om de sport en vitaliteit zoals die nu is draaiende te houden. Geld om te investeren in het vitaliteitsaanbod van morgen is er niet. Daarom denkt WijApeldoorn dat wij hier iets aan moeten doen, en met een vitaliteitsinnovatiefond er voor zorgen dat het sport en fit aanbod ook morgen geschikt is voor een oudere wordende bevolking waarbij de jeugd minder belangstelling heeft bij het sportaanbod van gisteren maar wel warm loopt voor e-sports en Virtual Reality Fitness.

Heb oog voor de uniciteit van ieder mens, heb oog voor elkaar, voor elkaars verschillen. Kijk naar plannen voor de verdere toekomst, daarom heet dit ook een meerjarenprogramma-begroting, en niet … “we hebben vandaag teveel geld in de portemonnee en hoe gaan wij dat morgen snel mogelijk uitgeven.”
En zoals u van mij gewend raakt wil ik graag besluiten met de woorden in de geest van de romeinse senator cato: “Overigens ben ik van mening dat er best wat meer aandacht voor de dorpen mag zijn.”